Linnaeus Apotheek

Linnaeusstraat 81 1093 EK Amsterdam Tel:020-6651285 Fax:020-6683162

Medische Encyclopedie

Inhoud

filgrastim

Filgrastim stimuleert het beenmerg om bepaalde witte bloedcellen aan te maken.

Artsen schrijven filgrastim voor om infecties met bacteriën, bijvoorbeeld na chemotherapie bij kanker, en bij hiv en aids.

Wat doet filgrastim en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

Witte bloedcellen zijn nodig om het lichaam te verdedigen tegen ziekteverwekkers, zoals bacteriën. Bij een tekort aan witte bloedcellen heeft u veel meer kans op ernstige infecties. Deze zijn onder andere te herkennen aan koorts.

Voorkomen van infecties
Filgrastim wordt onder andere gebruikt bij mensen die een beenmergtransplantatie ondergaan, om de tijd te overbruggen tot het beenmerg voldoende witte bloedcellen aanmaakt. Verder bij mensen met een tekort aan witte bloedcellen, als aangeboren ziekte of veroorzaakt door geneesmiddelen, door hiv-aids (zie hierna) of door chemotherapie (zie hierna).

Dit middel wordt ook gebruikt bij gezonde mensen om de aanmaak van witte bloedcellen te stimuleren, die dan bij hen via de bloedbaan worden afgenomen om te doneren aan iemand die tekort aan deze bloedcellen heeft.

Werking
Filgrastim stimuleert het lichaam om nieuwe witte bloedcellen te maken.

Effect
Het aantal witte bloedcellen zal binnen twee dagen toenemen. De arts kan dit met bloedonderzoek bepalen. Door de toename van het aantal witte bloedcellen heeft u minder kans op infecties met bacteriën.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Kanker

Filgrastim wordt gebruikt tegen de bijwerkingen van chemotherapie, de behandeling van kanker met geneesmiddelen. Chemotherapie remt de groei van cellen, ook van de witte bloedcellen, waardoor er een tekort aan witte bloedcellen kan ontstaan.

Werking
Filgrastim stimuleert het lichaam om nieuwe witte bloedcellen te maken.

Effect
Het aantal witte bloedcellen zal binnen twee dagen toenemen. De arts kan dit met bloedonderzoek bepalen. Door de toename van het aantal witte bloedcellen heeft u minder kans op infecties met bacteriën.

Lees meer over kanker . “

Hiv

Hiv is een virusinfectie die de witte bloedcellen aantast. Deze bloedcellen spelen een rol in het afweersysteem. De afweer gaat geleidelijk achteruit, naarmate het virus zich vermenigvuldigt. Infecties met hiv krijgt men door contact met besmet bloed, sperma, vaginavocht of moedermelk.

Behandeling
Een hiv-infectie wordt behandeld met middelen die het virus bestrijden. Als er door het virus te weinig witte bloedcellen in het bloed zitten, kan de arts besluiten om de aanmaak van witte bloedcellen te stimuleren met filgrastim.

Effect
Door de toename van het aantal witte bloedcellen heeft u minder kans op infecties met bacteriën.

Lees meer over hiv . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid

    Dit kan komen door bloedarmoede of zelden door een te lage bloedsuiker.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, verstopping en diarree.

  • Haaruitval

  • Spierpijn

  • Hoofdpijn en koorts.

  • Pijnlijk en rood mondslijmvlies.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Slapeloosheid

  • Duizeligheid

  • Tinteling of doof gevoel.

  • Kortademigheid en pijn op de borst.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. Dit kunnen verschijnselen zijn van overgevoeligheid (zie Zeer zelden Overgevoeligheid), maar dat hoeft niet.

  • Hoesten, keelpijn en neusbloedingen.

  • Moeite met plassen.

  • Bloedingen, door een tekort aan bloedplaatjes. Dit kan zorgen voor blauwe plekken en bloedneuzen. Mogelijk hoest u een beetje bloed op, of ziet u wat bloed in de urine.

    Uw arts zal uw bloed controleren. Raadpleeg uw arts als u zich hier zorgen om maakt.

  • Ziek, zwak en vermoeid gevoel.

  • Beschadiging van de milt. Raadpleeg uw arts als u een zwaar gevoel krijgt in het linker bovendeel van de buik of schouder. Dat kan wijzen op vergroting van de milt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Als u reumatische klachten heeft, kunnen deze verergeren.

  • Een sikkelcelcrisis bij mensen met sikkelcelziekte. Sikkelcelziekte is een aangeboren afwijking van de rode bloedcellen. Bij een sikkelcelcrisis verslechtert de ziekte plotseling. U merkt dit aan hevige pijn en zwelling rond botten en gewrichten, buikpijn, pijn op de borst en kortademigheid.

    Als u dit merkt, neem dan direct contact op met uw arts.

  • Ernstige huidaandoening. Dit merkt u aan koorts en paars gekleurde, gezwollen, pijnlijke plekken op de uw armen, benen of uw gezicht.

    Waarschuw uw arts bij die verschijnselen.

  • Na langdurig gebruik: botontkalking (osteoporose) en dunner en brozer worden van de botten.

    Hierdoor kunt u eerder een bot breken.

  • Ademhalingsproblemen. Bent u verkouden? Of heeft u koorts en ademhalingsmoeilijkheden? Zeg dit dan tegen uw arts voordat u filgrastim gaat gebruiken.

  • Rode plekken en bloeduitstortingen door ontsteking van de bloedvaten in de huid.

  • Ontsteking van de nieren. U merkt dit aan vaak kleine beetjes moet plassen, aan bloed in de urine of vermoeidheid.

    Waarschuw dan een arts. Dit verdwijnt meestal als u stopt met dit medicijn. Soms kan uw arts de dosering verlagen of u een ander medicijn voorschrijven waar u minder last van krijgt.

  • Overgevoeligheid voor filgrastim of voor de latex (rubber) op de injectiespuit. Dit kunt u bijvoorbeeld merken aan jeuk, huiduitslag, zwellingen, galbulten, griepachtige verschijnselen, koorts, benauwdheid, spierkrampen of flauwvallen.

    Raadpleeg dan uw arts. U mag dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan uw apotheker door dat u overgevoelig bent voor filgrastim of voor latex. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik filgrastim gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

  • Als u dit middel gebruikt om witte bloedcellen te doneren: gebruik dit middel NIET als u ook antistollingsmiddelen gebruikt, zoals acenocoumarol, fenprocoumon of acetylsalicylzuur.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alles eten en alcohol drinken?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen bekend.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit middel niet als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of filgrastim schadelijk is voor het ongeboren kind. Gebruikt u dit middel en denkt u erover om zwanger te worden, overleg dan met uw arts.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn niet als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

  • In het algemeen worden de injecties in het ziekenhuis, de polikliniek of door de wijkverpleegkundige toegediend. Mogelijk heeft u geleerd uzelf te injecteren.
  • Bewaar de injectiespuiten in de koelkast (niet in het vriesvak).
  • Haal de spuit een half uur voor de injectie uit de koelkast, zodat de vloeistof wat kan opwarmen. Dan is de injectie minder pijnlijk. Dit is de enige manier waarop u de injectie op kamertemperatuur mag brengen. Verwarm de injectie NIET, bijvoorbeeld in de hand, dan wordt hij minder werkzaam.

Wanneer?

  • Chemotherapie bestaat uit een aantal kuren waarin u combinaties van medicijnen krijgt toegediend. Start met dit middel ongeveer 24 uur na de laatste dosering van een kuur.
  • Na een beenmergtransplantatie: start met dit middel ongeveer 24 uur na de beenmergtransplantatie.
  • Overige toepassingen: de behandeling start zo spoedig mogelijk nadat de arts het tekort aan witte bloedcellen heeft waargenomen.

Hoe lang?

  • Na elke kuur: de behandeling van dagelijks een injectie gaat door tot er voldoende witte bloedcellen zijn aangemaakt. Meestal duurt dat 10 tot 14 dagen.
  • Na een beenmergtransplantatie: de behandeling zal doorgaan tot zich voldoende witte bloedcellen in het bloed bevinden. De arts controleert dat.
  • Bij donoren van witte bloedcellen: de behandeling duurt meestal vier tot zeven dagen. Daarna worden gedurende enkele dagen dagelijks de witte bloedcellen uit het bloed gefilterd, via een bloedvat in de arm.
  • Chronische aandoeningen met een tekort aan witte bloedcellen en hiv-infectie: de behandeling is meestal langdurig (levenslang) nodig.
Terug naar overzicht