Linnaeus Apotheek

Linnaeusstraat 81 1093 EK Amsterdam Tel:020-6651285 Fax:020-6683162

Medische Encyclopedie

Inhoud

ponatinib

Ponatinib is een tyrosinekinaseremmer. Het is een doelgerichte kankerremmende stof ('targeted therapy'). Het remt de groei en het uitzaaien van kankercellen.

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van kanker in het bloed (leukemie) en het beenmerg. Artsen schrijven het soms voor bij kanker van maag en darmen.

Wat doet ponatinib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd vermenigvuldigen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die fataal kan zijn als men er niets aan doet.

Dankzij nieuw onderzoek is tegenwoordig goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Ponatinib helpt bij de bestrijding van verschillende vormen van kanker, zoals:

  • Chronische myeloïde leukemie (CML). Dit is een kanker in het beenmerg. Hierbij wordt een bepaald type voorlopercellen van het bloed te veel gemaakt.
  • Acute lymfatische leukemie (ALL). Hierbij ontstaat er kanker in het beenmerg, waarbij kankercellen zich verspreiden via de lymfebanen en het bloed. Ook is de aanmaak van gezonde witte en rode bloedcellen verstoord.
  • Gastro-intestinale stromale tumoren (GIST). Dit is kanker van het weefsel van maag en darmen.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met exact hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Bij chronische myeloïde leukemie heeft onderzoek aangetoond dat het DNA van de chromosomen 9 en 22 is beschadigd, waardoor ze aan elkaar vast gaan zitten. Dit koppel chromosomen wordt het Philadelphia-chromosoom genoemd. Dit Philadelphia-chromosoom veroorzaakt de foutieve groei van de beenmergcellen.

Bij acute lymfatische leukemie kan het Philadelphia-chromosoom ook voorkomen. Deze vorm van ALL wordt dan de Philadelphia-positieve ALL genoemd.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij vrijwel alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

  • Bij chronische myeloïde leukemie (CML) is in eerste instantie alleen de milt vergroot. Na verloop van jaren kunnen er ook klachten van extreme moeheid, bloedingen en pijn boven in de buik ontstaan.
  • Bij acute lymfatische leukemie (ALL) krijgt u in korte tijd last van extreme moeheid, bloedingen (bloedneuzen, tandvleesbloedingen), gezwollen lymfeklieren en vaak infecties.
  • Bij GIST (gastro-intestinale stromale tumor)merkt u bloed bij de ontlasting of zwarte ontlasting door verteerd bloed. Bovendien kunt u ernstige buikklachten en verstopping krijgen.

Behandeling
De behandeling hangt af van het soort kanker en het stadium van de ziekte.

  • Bij chronische myeloïde leukemie (CML) zal de arts ponatinib voorschrijven als andere medicijnen zoals imatinib, dasatinib of nilotinib niet meer helpen of niet gebruikt kunnen worden.
  • Bij Philadelphia-positieve ALL zal de arts behalve een cytostaticum ook een tyrosinekinase-remmer voorschrijven, zoals ponatinib.
  • Bij gastro-intestinale stromale tumor (GIST) wordt nog onderzocht of ponatinib voldoende effect heeft.

Werking
Tyrosinekinase is een type enzym dat alle cellen, dus ook kankercellen, nodig hebben voor hun groei. Cellen met het Philadelphia-chromosoom maken een speciaal soort tyrosinekinase. Ponatinib remt deze speciale soort. Hierdoor kunnen kankercellen met het Philadelphia-chromosoom niet verder groeien.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Te weinig witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes in het bloed. Door te weinig witte bloedcellen is uw lichaamseigen afweer verminderd. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, bronchitis, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
    Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
    Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de urine.

    Uw arts zal uw bloed elke maand laten controleren. Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.

  • Verminderde eetlust.

    Zelden gewichtsverlies.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn, brandend maagzuur, diarree of verstopping.

    Zelden ontstaat een maagbloeding of ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven. Neem contact op met uw arts als u bovenop uw normale ontlastingspatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. Soms is het nodig om uitdroging te voorkomen met geneesmiddelen tegen diarree of een vochtinfuus. Ook als u vaker dan één keer per dag moet braken moet u de arts waarschuwen.

  • Slapeloosheid, hoofdpijn, duizeligheid.

    Zelden migraine.

  • Hoge bloeddruk.

    Uw arts zal uw bloeddruk regelmatig controleren.

  • Huiduitslag, droge huid, ontsteking van de haarzakjes.

    Zelden afschilferen van de huid, rode huid, jeuk, pijnlijke huid en donkere verkleuring op plekken op de huid (hyperpigmentatie). Huiduitslag kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet (zie 'Overgevoeligheid').

  • Pijn in botten en gewrichten, spierpijn, spierkramp, pijn in armen en benen, rugpijn.

  • Vasthouden van vocht (oedeem). Dit merkt u aan gezwollen enkels en onderbenen of benauwdheid.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Zwak gevoel, vermoeidheid.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Pijnlijke mond, tong of keel. Verder droge mond, heesheid.

    Deze bijwerking ontstaat door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen.

  • Wazig zien, droge ogen, zwelling van de oogleden. Waarschuw uw arts als u minder scherp ziet, of als u een wazige vlek voor de ogen merkt.

  • Doof of tintelend gevoel in handen of voeten.

  • Opvliegers, blozen, nachtelijk zweten.

  • Haaruitval

    Na stoppen met de behandeling groeit het haar meestal weer binnen een aantal weken.

  • Sepsis. Dit is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag.

    Waarschuw dan direct een arts.

  • Te veel urinezuur in het bloed. U kunt hierdoor een jichtaanval krijgen.

  • Aandoeningen aan uw lever of alvleesklier. Waarschuw de arts bij pijn boven in de buik, misselijkheid, gele kleur van oogwit en huid, jeuk over het hele lichaam.

  • Hart- en vaatziekten, zoals hartfalen, hartkramp, hartritmestoornissen, hartinfarct, herseninfarct (beroerte), verminderde doorbloeding van de benen. Waarschuw uw arts bij pijn op de borst, en als u benauwd of kortademig wordt, of als u pijn in de benen krijgt bij lopen.

  • Trombose (stolsel in een bloedvat). Dit kunt u herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed.

    Zeer zelden ontstaat trombose in het netvlies van het oog. U ziet dan een wazige vlek voor de ogen. Waarschuw in al deze gevallen onmiddellijk een arts of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst.

  • Te weinig van bepaalde mineralen in uw bloed.

    De hoeveelheid calcium, kalium of fosfaat kan te laag worden. Uw arts zal tijdens de behandeling uw bloed regelmatig hierop controleren.

  • Te veel glucose in het bloed. U merkt dat aan dorstgevoel, veel moeten plassen en een droge mond.

    Raadpleeg in dat geval uw arts of verpleegkundige.

  • Te trage werking van uw schildklier. U merkt een te langzame schildklier aan vermoeidheid, gevoel van koude en gewichtstoename.

    Als u een van deze verschijnselen opmerkt, raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u onder andere aan galbulten, huiduitslag en rode huid.

    Raadpleeg dan een arts.
    Zeer zelden ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan blaarvorming op de huid, in de mond of op de geslachtsdelen, zwelling in het gezicht, koorts of koude rillingen. Waarschuw altijd een arts zodra u huiduitslag of koorts bemerkt. Ga bij ernstige verschijnselen direct naar een arts of Eerste-hulpdienst.
    Blijkt u inderdaad overgevoelig te zijn voor dit medicijn, meld dat dan altijd aan uw apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Verminderde werking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast of benauwd wordt.

    De dode kankercellen brengen namelijk zoveel mineralen en andere lichaamseigen stoffen in één keer in het bloed, dat de filters in de nieren verstopt kunnen raken. Ook andere organen kunnen hierdoor verstopt raken.

  • Een ontsteking van het vet onder de huid.

    Er kan dan plotseling rode, pijnlijke zwellingen ontstaan aan de voorzijde van uw onderbenen. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik ponatinib gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Ponatinib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
  • Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed worden onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Bepaalde hiv-middelen. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

De volgende medicijnen verminderen de werking van ponatinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op ponatinib weg is.

  • Bosentan, een medicijn dat wordt gebruikt bij pulmonale arteriële hypertensie, een ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longen.
  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
U kunt duizelig worden wazig gaan zien door dit medicijn. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van de mond, maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op deze slijmvliezen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw mond, maag of darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.

Op deze site kunt u onder 'Klachten & ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit medicijn NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of dit medicijn veilig is tijdens de zwangerschap. Het kan schadelijk zijn voor het kind. Gebruik daarom een goede anticonceptie tijdens de behandeling. Overleg hierover met uw arts.
Mannen mogen geen kinderen verwekken als zij ponatinib gebruiken.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn moet gebruiken. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het bijwerkingen bij het kind zal geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek .

Hoe?
Slik de tablet heel door met een half glas water. De tablet niet kauwen of fijnmaken.

Wanneer?
Neem de tablet in op een vast moment van de dag, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoelang?
U kunt ponatinib meerdere maanden of jaren gebruiken. Als na 3 maanden het effect niet voldoende is, zal de arts met u overleggen over een andere behandeling.

Terug naar overzicht